De laagjes van de tape zorgen voor krimpwerking
De tape zorgt voor pijnvermindering
Zodra de tape is aangebracht op de huid zorgt hij voor ‘krimpwerking’. Tijdens het krimpen tilt de tape als het ware de huidlagen op (liftwerking) en dat heeft drukvermindering en pijnafname tot gevolg. De krimpwerking zorgt voor een betere doorbloeding en meer afvoer van vocht (lymfe) van het weefsel. Een ander voordeel van deze tape is bovendien, dat hij (gevoels)sensoren in de huid stimuleert. Deze bindweefseltapemethode helpt het lichaam bij het natuurlijke herstelproces en bij compensatiemechanismen. Het lichaam zal bij pijn en blessures altijd zoeken naar manieren om te kunnen blijven bewegen. Door die beweging heeft de tape een krachtige werking.
De werking van de tape stap-voor-stap
Bij een blessure ontstaat vocht. Dat vocht oefent druk uit in de verschillende weefsels, spieren, onderhuidse lagen en alles daar tussenin. Dat alles prikkelt de druksensoren en dat merken wij in de vorm van pijn. Door die pijn gaan onze spieren extra aanspannen en dat heeft weer tot gevolg dat onze gewrichten minder goed bewegen. Als de tape op de goede plek en op de juiste manier is aangebracht, nemen de druk en de pijn af dankzij de liftwerking van de tape. Ook zul je merken dat je weer meer durft te bewegen. En omdat je meer beweegt stimuleer je als vanzelf ook de doorbloeding en het herstelproces.
Bijzonderheden van de therapeutische tape
- De tape is luchtdoorlatend en gemaakt van elastisch katoen
- Je kunt met de tape onder de douche want hij is vochtbestendig. Wel even goed droogdeppen na het douchen.
- Ook als je snel allergisch bent, zul je niet gauw last krijgen van de tape. De lijmlaag is namelijk hypoallergeen.
- De werking begint zodra de tape is aangebracht
- Er zijn geen medicinale bestanddelen toegevoegd aan de tape.
Effect van therapeutisch tapen
Aangezien therapeutisch tapen het lichaam uitnodigt om het zelfherstellend vermogen te stimuleren, is het soort klachten dat behandeld kan worden zeer divers.
Denk aan pijnklachten aan:
- nek
- ribben
- (lage) rug
- SI-gewricht (verbindt heiligbeen met bekken)
- schouders
- sleutelbeen
- elleboog
- pols
- knie
- enkel
- duim
- voet
- heup
- lies